Nederland beschikt over prachtige natuur, maar door het Coronavirus moeten we thuisblijven. Toch willen we ook wat doen. Ga eens aan de slag met natuurfotografie in de tuin. Ik hoor je denken “in de tuin”? Jazeker! Wist je dat je voor natuurfotografie helemaal niet ver hoeft te reizen? Kijk eens in je eigen tuin (of op je eigen balkon of het dichtstbijzijnde park) en ontdek welke bloemen, insecten en planten er leven. En het mooie is, je hebt er maar drie dingen voor nodig: een tuin, balkon of park, een fotocamera (of telefoon) en wat geduld.
Let op: dit bericht kan advertenties bevatten.
Natuurfotografie in de tuin: Wat heb je nodig?
1. Een tuin, balkon of park
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en planten is het handig als je een tuin hebt waar planten groeien. Ben je niet in het gelukkige bezit van een tuin, maar heb je wel een balkon waar prachtige planten staan of een park in de buurt? Ook die zijn geschikt voor natuurfotografie. Het is natuurlijk wel mooi meegenomen als er planten in bloei staan, want die hebben een aantrekkingskracht op diverse soorten insecten zoals bijen, wespen en vlinders.
Denk je dat er echt niks leeft in jouw tuin? Kijk dan eens aan de onderkant van de bladeren. Veel insecten gebruiken de onderkant van bladeren als schuilplaats.
2. een fotocamera
Als je natuur wilt fotograferen heb je natuurlijk ook een fotocamera nodig. Tegenwoordig hoef je geen mooie camera te hebben met dure lenzen (al helpt een macro objectief natuurlijk wel voor het allerkleinste) , want ook op je telefoon zit best een goede camera. Belangrijk is wel, dat je goed weet hoe de camera werkt. Waar zit welk knopje en wat doet het precies. Pak eventueel de handleiding van je camera er nog eens bij, of lees online wat basis instructies maar probeer zeker ook gewoon iets uit. Al doende leert men is niet voor niks een bekend spreekwoord.
3. geduld
De twee belangrijkste onderdelen van natuurfotografie in de tuin hebben we inmiddels gehad: De tuin (balkon of park mag ook) zelf en de camera. Nu hebben we nog een laatste, maar ook zeer belangrijk onderdeel van natuurfotografie: geduld.
Pak eerst eens een stoel en ga eens kijken wat er allemaal leeft in je tuin. Je zult er versteld van staan hoe veel planten, insecten en bloemen er eigenlijk leven in je tuin! En daar hoeft je tuin echt niet heel groot voor te zijn. Zelfs in onze kleine dorpstuin (5×10 meter) leven diverse vogels (koolmezen, roodborstjes, kraaien, eksters etc.) en insecten (bijen, lieveheersbeestjes, hommels, slakken (tot ongenoegen van de planten) en nog veel meer). De natuur kijkt niet naar hoe groot je tuin is, maar of ze er goed kan leven. Ze beestjes in je tuin zijn meestal maar klein en hebben dus ook niet zo veel ruimte nodig! Wel is een goed naslagwerk erg handig, zoals een insectengids of een vogelgids.
Zelf aan de slag met natuurfotografie in de tuin
Zo je hebt nu eerst eens goed gekeken wat er leeft in je tuin, tijd om aan de slag te gaan. Kies als eerste je onderwerp. Dit kan een vogel, plant, bloem, insect of iets anders zijn. Bekijk je onderwerp goed: heeft het een mooie/minder mooie kant, beweegt het snel en hoe ziet de achtergrond eruit. Vervolgens stel je je camera in en ga je kijken hoe je onderwerp er op de camera uit ziet. Kies bij bewegende onderwerpen, zoals insecten, voor een snelle sluitertijd. Zo kun je het moment bevriezen en krijg je geen onscherpte door beweging in je foto. Toch nog niet helemaal tevreden met wat je op je camera ziet? Vaak kan een andere hoek of positie al heel veel verschil maken in je foto. Dus probeer gewoon eens wat uit en wie weet zit er iets moois tussen!
Heb je goed in je tuin gekeken, maar kun je niet zo veel insecten of bloemen ontdekken? Je kunt je tuin natuurlijk ook natuurvriendelijk maken zodat insecten en vogels zich er snel thuis voelen, maar daarover later meer.
Succes met het fotograferen en we zijn benieuwd naar jouw resultaten!